Vocabulaire
la demande de visa = de visumaanvraag
se présenter = zich aanmelden
l'ambassade (fém.) = de ambassade
le consulat = het consulaat
le casier judiciaire = het strafregister
dater de = dateren van
le certificat médical = het medisch getuigschrift
légaliser = wettigen, bekrachtigen
munir de = voorzien van
l'autorisation (fém.) doccupation (fém.) = de werkvergunning
le chercheur = de onderzoeker
apposer = opnemen
l'apostille (fém.) = de kanttekening (juridisch taalgebruik)
agréer = inwilligen, goedkeuren
couvrir = dekken, garanderen, vrijwaren (juridisch taalgebruik)