Vocabulaire
la dérogation =
de afwijking
contraint, contrainte =
verplicht
le salarié =
de loontrekkende, de gesalarieerde
l'embauche (fém.) =
de aanwerving
à la tête du client =
naar willekeur, willekeurig
revendiquer =
eisen
la grande surface =
het grootwarenhuis
déloyal, déloyale =
trouweloos, oneerlijk
la maison de retraite =
het rusthuis, het bejaardentehuis