De verbuiging van het bezittelijk voornaamwoord (die Deklination vom Possessivpronomen)
|
enkelvoud (Singular) |
meervoud (Plural) |
|
mannelijk (männlich) |
vrouwelijk (weiblich) |
onzijdig (sächlich) |
m/v/o (m/w/s) |
mein |
mein Mann |
meine Frau |
mein Kind |
meine Freunde |
à dezelfde uitgangen als het onbepaalde lidwoord (der unbestimmte Artikel) ein (= ein-Gruppe)
ein |
ein Mann |
eine Frau |
ein Kind |
keine Freunde |
Gebruik
De uitgang van het bezittelijke voornaamwoord wordt bepaald door het substantief waar het bijstaat.
Enkele vragen om te weten welke uitgang gebruikt moet worden:
1. Welke functie in de zin heeft dit substantief (onderwerp, gezegde, etc.)?
2. Is dit substantief enkelvoud of meervoud?
3. En indien enkelvoud, is het dan mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
à Grammatik: das Possessivpronomen