Jef zit samen met een collega in hetzelfde lokaal. Zijn collega, Gus,
heeft een radio op zijn tafel en zit regelmatig de liedjes mee te neuriën.
Jef vindt dat heel vervelend omdat hij dan wordt gestoord in zijn werk.
Hij vindt dat Gus de radio te luid zet. Jef kan zich daardoor niet
concentreren.
Hoe kan Jef zijn klacht op een beleefde manier uitleggen aan Gus?
Hoe reageert Gus op deze klacht?