gewoonte
affectief
doop
lid
bestaan uit
samenwonende
zelden
van weleer, van vroeger
verminderen
scheiding
tenslotte
rond
band, relatie
denkwijze
op het gebied van
kern
talrijk
wedersamenstellen
verdwijnen
samenleving
nauw, hecht, dicht
abitudine, l' (f)
affettivo, -a
battesimo, il
componente, il
comporsi, si compone (composto)
convivente, il
di rado
di una volta
diminuire, diminuisco
divorzio, il
infine
intorno a
legame, il
modo di pensare, il
nel campo di
nucleo, il
numeroso, -a
ricomporre (ricomposto)
scomparire
socie
, la
stretto, -a

familieleden
ouders
Opgelet!
i parenti:
i genitori: