Vocabulaire
le mal-être =
het slecht in zijn vel zitten, het gevoel van onbehagen
la détresse =
de wanhoop, de ontreddering, de angst
la solitude =
de eenzaamheid
le combiné =
de telefoonhoorn
indistinct, indistincte =
onduidelijk, vaag, niet goed te onderscheiden
malhabile =
onhandig, onbekwaam
le malaise =
het gevoel van onbehagen, de onpasselijkheid, de gedruktheid
accabler =
overladen met, gebukt doen gaan onder
l'envie (fém.) =
de aandrang, de behoefte, de neiging
la souffrance =
het lijden, het leed, de smart
libérer =
in vrijheid stellen
tiers, tierce =
derde
l’apaisement (masc.) =
de geruststelling, de kalmering
le recul =
het teruggaan, de terugstoot