= de trektocht
= de rugzak
= de dikke trui, de pullover
= het onderhemdje
= de K-way, het regenjack
= de stapschoen
= rond, in de buurt van
= de fleece
= (snik)heet
= het badpak
= de mocassin (schoen)
= het briesje
= verzachten, verminderen
= drukkend, benauwend
= het lagedrukgebied
= de anorak, het windjack
= onontbeerlijk, noodzakelijk
= de laars
= de bottine, de hoge schoen