Lesehilfe

besser (> gut)
beter
gefallen (+ Dat.)
bevallen, aanstaan, plezier hebben in
gern(e)
graag
Judo, das (-)
judo
Judo machen
aan judo doen
lieber
liever
mögen (zelfstandig gebruikt, dit is zonder infinitief erbij)
houden van, lusten
nicht
niet
Oper, die (Opern)
opera
Rad, das (Räder)
fiets, wiel
Rad fahren
fietsen
sehr
zeer, erg
Tour, die (Touren)
tocht, uitstap

Wissenswertes

gern = gerne: es gibt beide Formen